
In Rotmoevie lift Eppo naar het zuiden als hij wordt opgepikt door de 18-jarige Tabby. Beide hebben een reden om weg te rijden van huis, al hebben de ouders van Eppo erop aangedrongen want hij moet “wat van de wereld zien”.
Het verhaal is een onvervalste roadtrip. Een genre op zich, waarin de hoofdpersoon meestal een verleden achter zich probeert te laten om erachter te komen dat het verleden op de achterbank zit.
Eppo en Tabby krijgen in weerwil van hun verschillende karakters een band met elkaar en er groeit een vertrouwen waarin ze elkaar vertellen wat er gebeurd is, al gaat dat gepaard met het nodige gehakketak. Hoe het zit met Eppo en Tabby wordt langzaam duidelijk in dit juweel van een boek.
De Smet schrijft zo helder dat de zinnen je tegemoet glanzen en je ontroerd het boek dichtslaat, mijmerend over liefde, vriendschap en verdriet. De verhalen van Eppo en Tabby vormen een mooi contrast, maar dat moet je zelf maar lezen.

Plaats een reactie