De botanist – M.W. Craven

Washington Poe en Tilly Bradshaw, de vaste speurders van Craven, krijgen twee gesloten-kamermoorden op te lossen in De botanist. Die botanist heeft het voorzien op moreel verwerpelijke personen. Zijn eerste slachtoffer is een soort Andrew Tate, een vloggende vrouwenhater met een enorme aanhang van vrouwenhaters. Voor de ogen van een miljoenenpubliek legt hij het loodje. Vergiftigd, blijkt later. Niet een groot verlies voor de mensheid, denkt Poe, maar hij is een politieman dus hij moet achter de dader aan.

De dader heeft al snel de bijnaam de botanist gekregen, omdat hij een gedroogde bloem stuurt naar zijn slachtoffers. Met een gedicht. Daardoor is het ook bekend wie het volgende slachtoffer zal zijn. Het grote raadsel is hoe de botanist toeslaat. Zijn slachtoffers zijn omringd door mensen en toch weet hij ze te doden

Alsof dit niet voldoende is, krijgt Poe bericht dat Estelle Doyle, de briljante forensisch patholoog uit de eerdere boeken, gearresteerd is vanwege de moord op haar vader. Estelle trof hem aan in een stoel in het ouderlijke huis. Een landhuis welteverstaan. In de sneeuw zijn namelijk alleen haar voetstappen te zien. Dat hoort ook wel bij het gesloten-kamermysterie, landhuis, voetstappen. Er zijn dus geen andere verdachten. Heeft deze moord te maken met de andere moorden?

Craven weet net als altijd een vernuftig plot neer te zetten. Het lijkt wel alsof de zwaarte uit de eerdere delen langzaam wordt verlicht door de lollige conversaties en zelfs wat romantiek. En dat terwijl Poe zo lekker duister was en Bradshaw zo mooi onbeholpen geniaal. Het begint bijna cosy crime te worden en dat lijkt me geen goede zaak voor Poe. Het volgende deel De genadestoel zal dat uitwijzen. Toch weer genoten, dus:

★★★★


Reacties

Plaats een reactie